Foto boven: Artist Impression van een DP-Drillship van de hand van Alec Dekker (9 jaar)
De Champion was een kraanschip van Heerema. Het werd in 1950 bij Swan Hunter & Wigham Richardson in Wallsend gebouwd als de olietanker Velutina voor Anglo-Saxon Petroleum, onderdeel van Shell. Het was er een uit een serie van aanvankelijk vier met daarnaast de Velletia, Verena en Volsella, de grootste schepen tot dan toe gebouwd in het Verenigd Koninkrijk. Daarna volgde nog een reeks van schepen uit de V-klasse. In 1955 ging het beheer direct naar Shell, om in 1960 naar Shell Tankers over te gaan.
In 1971 werd het schip in Hendrik-Ido-Ambacht in tweeën gedeeld, waarna het achterschip gesloopt werd. Onderweg naar de sloopwerf was het schip op de Noord dwars op de stroom komen te liggen en had het de Brug over de Noord geraakt.
Het voorschip werd in 1972 bij de NDSM in Amsterdam omgebouwd tot kraanschip voor Panama Overseas Shipping van Heerema Ingenieursbureau. Hierbij werd een kraan van IHC Gusto BV geplaatst met een capaciteit van 800 shortton, die over de achterzijde 1200 shortton kon tillen. Dit was een vooruitgang ten opzichte van de oudere Challenger van Heerema die achter de kraan op het achterschip nog een accommodatie had staan, wat het onmogelijk maakte om een zware hijs uit te voeren over het achterschip. Dit beperkte de toepassingen van de Challenger, aangezien dwarsscheepse stabiliteit bij schepen kleiner is dan langsscheepse stabiliteit. De Champion werd ook uitgerust met een ankersysteem bestaande uit acht ankers.
In 1990 werd het schip verkocht aan Hydro Marine Services van McDermott waarna het omgedoopt werd tot McDermott DB 32. In 1991 werd het gesloopt.
Op 14 mei 1965 ging de Free Enterprise III te water in aanwezigheid van de directeur van de opdrachtgever, het Engelse Townsend Car Ferries. Hier afgebeeld op de foto met zonnebril met rechts van hem de doopvrouwe en daarnaast Guus Smulders. Het fotoboek over de Co. 538 is uitgebreid met een nieuwe serie foto's over de tewaterlating. Na de Free Enterprise III volgden nog vier opdrachten voor veerboten. De laatste in Nederland gebouwde veerboot voor Townsend Car Ferries was Free Entreprise VIII. Dit schip kon niet door Werf Gusto gebouwd worden, daar de hellingen bezet waren. Het schip werd gebouwd door een RSV-dochter.
Op 14 februari 1942 werd zonder enig ceremonieel de 'Maastunnel' in gebruik genomen. De tijden waren er ook niet naar. Het schijnt dat op die dag zonder enige berichtgeving vooraf alles in gang werd gezet, zoals de roltrappen etc. Volgens de overlevering waren het een paar jongetjes, die door de voetgangersbuis zijn gelopen en eigenlijk zonder het te weten de eersten waren, die door de tunnel gingen. De bouw van de tunnel is begonnen in 1937 en heeft in totaal 5 jaar geduurd. Werf Gusto heeft daar een flink aandeel in gehad. Twee bouwnummers zijn ermee verbonden nl. Bnr. 624 en Bnr. 781. De eerste was ver uit de grootste en bestond uit de fabricage van een stalen mantel rond de 9 afzinkbare caissons. Een flink karwei, waarvan een foto-album is samengesteld van foto's over dit project van het Gemeentearchief van Schiedam. De tweede opdracht bestond uit het doortrekken van een gasbuis door de Maastunnel in opdracht van het Gem. Gasbedrijf Rotterdam.
In 1937 werd een van de eerste grote Tinbaggermolens Bnr. 709 'Kantoeng' op transport gezet naar Nederlands Indië (nu Indonesië). Het transport werd overvallen door een storm in Het Kanaal. De situatie werd precair, waarop de kapitein van de zeesleper besloot de runners van boord te halen. Kort daarna kapseisde de 'Kantoeng' en zag de kapitein zich genoodzaakt de trossen te kappen. De 'Kantoeng' was reddeloos verloren en is daarna aan land gespoeld in de UK bij de kustplaats Fowey. Het was een miljoenenproject. Het departement van Koloniën bestelde wel meteen een nieuwe, die Werf Gusto in delen bouwde en op transport zette naar Soerabaja, waar ze op een daar gevestigde werf geassembleerd werden. Deze maand een fotoboek gepubliceerd met foto's gemaakt tijdens de bouw van de 'Kantoeng'.
Op Facebook is een foto-album geplaatst met foto's waarvan we niet weten; wie er op staan, bij welke gelegenheid de foto's gemaakt zijn. Het album wordt steeds aangevuld met nieuwe opnames. Een ieder staat het vrij te reageren op de foto's en aan te geven wat er op staat etc. Want wat kunt u bijvoorbeeld over deze man vertellen? Er zitten een hele serie foto's in het Gemeentearchief van Schiedam met beelden gemaakt in Kinderdijk. Het kan zijn dat deze niets met Werf Gusto en/of IHC Holland te maken hebben en er bij toeval in terecht gekomen zijn. Graag uw hulp bij het oplossen van deze mysteries.
Bij eerdere bestudering van opnames gemaakt van Werf Gusto Slikkerveer in de 50’er jaren is het witte schip zichtbaar. Het lag daar afgemeerd in de kleine insteekhaven. Het heeft ook op de wal gelegen. Niet duidelijk was of het schip bij Werf Gusto Slikkerveer gebouwd was, daar wellicht voor reparatie lag afgemeerd of als casco was gekomen en daar afgebouwd. Recentelijk dook er een Werf Gusto fotoboek (in zeer slechte staat) op met een uitgebreide fotoreportage over het jacht. Echter helaas zonder verwijzingen naar mogelijke eigenaar, opdrachtgever, of bouwnummer. Het schip is ook niet te vinden op de ons ten dienst staande orderlijsten. Internet levert vooralsnog geen enkele ‘hit’ op. Op het schip is de naam 'Catharina' zichtbaar. Als er lezers zijn, die het motorjacht herkennen en weten wat ermee gebeurd is, graag een e-mail aan info@erfgoed-werfgusto.nl.
De te water lating van de sleephopperzuiger W.D. SEAWAY (4.712 ton) was op vrijdag 31 mei 1963. De verstuurde uitnodiging was voorzien van een foto van de W.D. SEAWAY naar een schilderij van Victor Trip op de voorkant. Het schip werd in opdracht van de Westminster Dredging Company gebouwd bij de Werf Gusto in Schiedam. De doop en tewaterlating werd verricht door Mevrouw J. Volkers-van Driel. De foto's komen uit een verzameling, die door Joop Lemson geschonken is aan GustoMSC. De verklaringen bij de foto's zijn van de hand van Ben Berkhout. Een ieder hartelijk dank voor haar/zijn bijdrage.
De Orca was een kraanschip en pijpenlegger dat in 1954 bij Kockums Mekaniska Verkstad als ertstanker Soya-Atlantic werd gebouwd voor AB Walltank.
In 1971 nam de Nederlandse Maatschappij voor Werken Buitengaats (Netherlands Offshore Company, NOC) het schip over en liet het ombouwen tot kraanschip en pijpenlegger bij Boele in Bolnes, dat eerder al de Challenger had omgebouwd tot kraanschip. Het schip werd verbreed om zo de stabiliteit te verbeteren en uitgerust met tien ankerlieren. Er werd een kraan geplaatst van 800 shortton van IHC Gusto BV. Het schip werd op 8 juni 1972 opgeleverd en omgedoopt naar Orca.
De positie van de kraan op het achterschip met daarachter de accommodatie maakte het onmogelijk om een zware hijs uit te voeren over het achterschip, wat de toepassingen beperkte, aangezien dwarsscheepse stabiliteit bij schepen kleiner is dan langsscheepse stabiliteit.
In 1979 werd overeengekomen dat McDermott via Oceanic Contractors het materiaal van NOC overnam. McDermott bracht de Orca in bij de joint-venture Construcciones Maritimas Mexicanas met Protexa dat het schip in 1981 overnam en in 1983 omdoopte naar Mixteco. In 2009 werd het schip opgelegd en in 2010 gesloopt.
A.F. Smulders had al vanaf het begin een sterk besef, dat PR & Marketing hele belangrijke peilers zijn onder een organisatie, zo ook voor een scheepswerf. Er is in de loop der jaren een keur aan boeken (eigenlijk meer luxe uitgevoerde brochures) verschenen en uitgegeven. Vanaf ongeveer 1880 als de fotografie geëvolueerd is en camera’s met de dag beter worden, begint de onderneming alles minuscuul vast te leggen op foto. De uitgevers waar de boeken na 1900 verschenen konden daarom putten uit een enorm arsenaal foto’s van uitstekende kwaliteit. Dezelfde foto’s, die momenteel nog de sites opfleuren van Werf Gusto, Beeldbank Schiedam etc. Hier een prachtig boek met goed teksten en verklaringen bij de vele foto’s van een groot aantal door de firma A.F. Smulders gebouwde Excavators. (1880-1912)
2 augustus 2017 St. 'Erfgoed Werf Gusto'
|